vrijdag 12 februari 2010

Toen ik klaar was met mijn afwasbeurt, werd ik aangespoord om van dit idee meteen een announcement te maken tegen het hele orkest.

Toen ik woensdag uit mijn werk kwam, zag ik van alle kanten mensenmassa's bewegen in de richting van het stadion: de Wolves speelden een thuiswedstrijd. Bij de voetgangerstunnel* die het centrum met het stadion en de ASDA verbindt, waren stalletjes opgezet en werden programmaboekjes verkocht. Het was door de sneeuw spekglad geworden dus ik glibberde mijn weg in de tegengestelde richting van de kudde.

's Avonds heb ik voor het eerst in mijn leven teletekst-pagina 801 opgezocht om te zien dat de Wolves met 1-0 voor stonden tegen Tottenham Hotspur. Toen ze wonnen steeg het gejuich op in de straten. Ze zijn nu voorlopig veilig van degradatie. Dat ik voetbal boeiend zou gaan vinden, had ik nooit gedacht. Net zo min had ik verwacht dat ik gehecht zou kunnen raken aan een stad zo onbeduidend en lelijk als deze.

Gisteren in de pauze van de repetitie vroeg de oude trombonist en Wolves-fan Arthur aan mij of ik nog een keer zou terugkomen naar Wolverhampton na deze drie maanden. "Wie weet," zei ik "misschien kan ik een reis naar Engeland organiseren voor mijn orkest in Nederland." Ik had het nog niet gezegd of Arthur riep Graig, de dirigent, erbij om dit idee aan hem voor te leggen.

Toen ik klaar was met mijn afwasbeurt, werd ik door Graig aangespoord om van dit idee meteen een announcement te maken tegen het hele orkest. Dat leek me enigszins voorbarig. Maar het enthousiasme voor een uitwisseling is gewekt. "I owe you a drink," zei ik tegen Tom toen ik aangaf dat ik niet mee kon naar de kroeg omdat Laura er niet was, die mij meestal een lift terug geeft. "You can buy me a beer in Holland," antwoordde hij.















* Er zijn plannen voor een mooie brug ter vervanging van deze tunnel.

dinsdag 9 februari 2010

Wij verstonden niet alles wat gescandeerd werd maar mijn favoriet was "When the Wolves come marching in".

Mijn verjaardagscadeau aan Paul waren twee kaartjes voor de uitwedstrijd van de 'Wolves' tegen Birmingham City. Nadat we zaterdag Birmingham als toerist bezocht hadden, gingen we zondag terug, dit keer gewapend met de Wolves-muts en een warme jas.

In het stadion van de 'Blues' hebben de uitsupporters maar een klein vak. Dat alleen de meest fanatieke supporters de uitwedstrijden bezoeken, werd al gauw duidelijk. Het ene na het andere strijdlied werd ingezet: "We love you Wanderers, we do. We love you Wanderers, we do. We love you Wanderers, we do. Ooooo Wanderers we love you!" Wij verstonden niet alles wat gescandeerd werd maar mijn favoriet was toch wel "When the Wolves come marching in".

Op momenten dat de wedstrijd minder interessant werd, begonnen de supporters in aangrenzende vakken naar elkaar te roepen en te schreeuwen, niet altijd in subtiele bewoordingen. Het equivalent van "'t Is stil aan de overkant", "We forgot that you were here", was het meest vriendelijke dat de Blues fans te horen kregen. Een twintig-koppige politiemacht hield streng in de gaten dat iedereen zich aan de regels hield.

Tegen het einde van de eerste helft was het raak: Kevin Doyle scoorde voor de Wolves. Onze tribune ging volledig uit zijn dak. Achter ons werd zo enthousiast gesprongen en gejuicht dat een man over de klapstoeltjes heen een rij omlaag viel. De Danny Devito-lookalike naast mij omhelsde mij en het stelletje voor ons viel elkaar in de armen.

Helaas wist Birmingham zich in de tweede helft te revancheren en bij de 2-1 viel een diepe teleurstelling over onze tribune. Buiten het stadion bleek de politiemacht die op de been was nog groter dan we dachten, maar het kwam gelukkig niet tot ongeregeldheden. In de trein hoorden we achter ons een Wolves-fan aan de telefoon vertellen: "The good news is that he didn't get arrested. The bad news is that he is sick from the beer."


Sfeerimpressie in het stadion.

maandag 8 februari 2010

Terug in Wolverhampton hingen we samen op de bank die ik sinds ik hier woon nog niet gebruikt had - wat een fijn weekend!

Als ik collega's of orkestgenoten vraag wat ik met vrienden zal doen in de omgeving van Wolverhampton dan zeggen ze altijd als eerste "ga naar Birmingham". Birmingham is de tweede stad van Engeland. Vijf keer per uur gaat er een trein naartoe vanuit Wolverhampton en de reis duurt twintig minuten. Vanuit de trein is het uitzicht deprimerend: dit deel van Engeland heet niet voor niets the Black Country: van oudsher is dit het meest geïndustrialiseerde deel van het land.

Ik had gehoord dat Birmingham de laatste vijftien jaar erg is gemoderniseerd en een waar winkel-walhalla is geworden. Daarnaast zou het door alle stadsvernieuwingen architectonisch interessant zijn. Dat sprak Paul natuurlijk ook wel aan, en dus namen wij zaterdagmiddag de trein naar Birmingham (nadat ik hem vrijdagmiddag Wolverhampton al had laten zien).

We deden eerst een historische rondwandeling van de VVV langs kerken en andere interessante gebouwen. Daarna aten we een tosti in een koffiehuis en bezochten we een paar van de vele winkelcentra: modern, groot, licht en vol met winkelende mensen. Bij HMV waren we in de verleiding: hier bleken ze de dvd-box met alle seizoenen Friends te verkopen voor £40 (ongeveer €45) terwijl diezelfde box in Nederland €140 kost (zie bol.com).

In de oudste bioscoop van het Verenigd Koninkrijk bekeken we Up in the Air, een fijne film met George Clooney. Daarna aten en dronken we bij de door mijn collega Irina aangeraden All Bar One in het mooi opgeknapte canal front. Terug in Wolverhampton hingen we samen op de bank die ik sinds ik hier woon nog niet gebruikt had - wat een fijn weekend!

De volgende dag gingen we terug naar HMV om alsnog de Friends-box te kopen. Die staat nu te pronken op mijn bureau.